Voor Nu.nl werkte Mevrouw Maan mee aan een artikel over slaapproblemen, die het hele gezin beïnvloeden.
02-01-2021
Moeite met in slaap komen, alleen korte dutjes doen of vroeg wakker worden: veel kinderen worstelen met slaapproblemen. Dat zorgt voor spanningen in een gezin, weet ervaringsdeskundige Janneke Mulder. Maar er zijn methoden om een kind te helpen rustiger te slapen. “Kennis helpt. Toen ik mijn slaapkeuzes veranderde, kregen we veel meer rust in huis.”
Tijdens haar eerste zwangerschap droomde Mulder van een baby die urenlang lag te slapen in zijn wieg. Maar haar eerste kind werd een kleine nachtbraker. “Mijn baby bleek reflux en een koemelkallergie te hebben, waardoor slapen een strijd werd. Daar was ik niet op voorbereid. Ik wist niets van slaap. Het overviel mij.”
Als een kind slecht slaapt, ontstaat vaak een vicieuze cirkel, weet Francis Lanen, initiatiefnemer van het Landelijk Netwerk Slaapoefentherapeuten. “Door slaapgebrek raken de ouders zelf ook oververmoeid en gestrest. Kinderen voelen die onrust aan, waardoor ze nog slechter slapen.”
“Als je als ouder uitgeput raakt, dan ben je minder goed in staat om te zien wat je kind nodig heeft. Want ook slaapgedrag is communicatie.” Marleen Overgaag, orthopedagoog
Eerst zelf opladen
Slaapoefentherapie begint meestal bij het herstellen van de energie van de ouders, vertelt Lanen. “Bijvoorbeeld door een om-de-beurtritueel af te spreken, waarbij ouders elkaar afwisselen in de nacht. Of door een ouder in het weekend bij familie te laten bijslapen. Pas als de energie van de ouders op orde is, kun je het slaapprobleem van een kind aanpakken.”
Ook voor orthopedagoog Marleen Overgaag van Mevrouw Maan, een praktijk voor slaapproblemen bij kinderen, is zelfzorg belangrijk. “Met een lege batterij kan je niets geven. Als je als ouder uitgeput raakt, dan ben je minder goed in staat om te zien wat je kind nodig heeft. Want ook slaapgedrag is communicatie. Het is aan jou als ouder om erachter te komen waar de behoefte ligt. Maar dat is lastig als je er zelf doorheen zit.”
Ochtendtype? Dat zit in de genen
Mulder liet zich scholen tot slaapoefentherapeut en sloot zich aan bij het landelijke netwerk. Nu deelt ze de kennis die ze zelf heeft gemist met andere ouders. “Bijvoorbeeld dat een baby zonder slaapritme geboren wordt. Pas vanaf een maand of drie begint een kind een dag-nachtritme te krijgen. Het is fijn om daarop voorbereid te zijn.”
Dat ritme is niet voor ieder kind hetzelfde, benadrukt slaapoefentherapeut Lanen. “In de genen is een bioritme vastgelegd. Vanaf een maand of vijf wordt dat steeds duidelijker: sommige baby’s zijn vroeg wakker, terwijl anderen juist laat naar bed willen. Als je een uitgesproken avondtype te vroeg op bed legt, dan ben je een uur aan het tobben om hem in slaap te krijgen.”
Aandacht overdag werkt ’s nachts door
Slaapproblemen komen vaak voor bij jonge kinderen, merkt orthopedagoog Overgaag. “Ouders zoeken snel een praktische oplossing: een schone luier of een flesje melk. Dat kan helpen, maar kinderen hebben meestal vooral behoefte aan rust en aandacht van hun ouders. Soms spelen er nog spanningen van de dag. Een vast slaapritueel en slaapassociaties kunnen helpen om een kind gerust te stellen. Dat kan een speentje zijn of een knuffel, maar voor een kleuter kan ook samen de dag doornemen fijn zijn.”
Ouders beseffen ook niet altijd dat een slaapprobleem een 24 uursprobleem is, merkt Lanen. “Als ouders een druk leven hebben en hun kind alleen aandacht geven als het huilt of dreint, dan zet dat zich door naar de nacht. Dat kun je aanpakken door overdag meer positieve routines in te bouwen. Of door bijvoorbeeld vaker je telefoon weg te leggen.”
“Je praat ouders al snel een schuldgevoel aan, maar dat is niet aan de orde. Het gaat om bewustzijn.” Francis Lanen, Landelijk Netwerk Slaapoefentherapeuten
Toch is Lanen voorzichtig met dit advies. “Je praat ouders al snel een schuldgevoel aan, maar dat is niet aan de orde. Het gaat om bewustzijn. Als slaapoefentherapeuten geven wij ouders ook tools om kinderen te helpen ontspannen of ontprikkelen. Dat maakt dat ze makkelijker kunnen slapen. Het is fijn als ouders daar uiteindelijk zelf mee aan de slag kunnen.”
Overgaag merkt dat ouders vaak laat aan de bel trekken, waardoor ze uitgeput raken. “We kunnen niet garanderen dat een kind aan het einde van de rit als een roosje slaapt, maar we kunnen wel meekijken: wat zit er achter het slaapgedrag? Soms zorgt dat er niet eens voor dat een kindje beter slaapt, maar wél dat ouders hun kind beter begrijpen. Dat inzicht kan al veel rust geven.”
0 reacties